De Renovatielening – welke opties zijn er om je EPC te optimaliseren?
Gepubliceerd op februari 28, 2024
We moeten met zijn allen een betere energiescore halen en we zijn nog lang niet thuis. Maar zo een energiezuinige verbouwing kost soms een arm en een been. Welke formules bestaan er om daarvoor te lenen en wat zijn de voor- en nadelen van zo’n renovatielening?
Met de natte vinger moet je, anno 2024, rekenen op ongeveer 20.000 euro per trapje dat je wil verbeteren qua energiescore. Wie van een F naar een E gaat betaalt dus 20.000, van een F naar een D 40.000, van een F naar een C 60.000. Neem dat nu vooral niet te letterlijk, maar het helpt toch al om de grootte-orde te schatten. Hoe krijg je dat bijeen?
Optie 1: de groene lening of rentesubsidie
Wie een huis koopt, kan meteen extra bijlenen om te renoveren met een groene lening. Vroeger was dat een renteloze lening, nu is het een zogenaamde rentesubsidie. Waar het op neerkomt, is dat de overheid je grotendeels de intrest van de bank terugbetaalt voor het bedrag (tot maximum 60.000 euro) dat je in de verbouwing steekt. Opgelet: de rentesubsidie is een tijdelijke maatregel die maar loopt tot eind 2024!
VOORDEEL: een hypothecaire lening is relatief goedkoop en de extra maandlast is beperkt omdat je de kosten even lang spreidt als de afbetaling van je huis. En je krijgt heel de looptijd ook een stuk van de intresten terug via de rentesubsidie.
NADEEL: je moet alles al uitgekiend hebben. De bank wil boter bij de vis als ze extra geld geven. Dat wil zeggen: offertes, plannen en een timing. Niet simpel, want de aannemers zijn overbevraagd en je hebt maar drie maand voor de akte verlijdt.
Optie 2: een consumentenkrediet
Het consumentenkrediet is een beetje als een autolening, maar dan specifiek voor een onroerend doel of zelfs specifiek voor een renovatie. Als waarborg of ‘stok achter de deur’ geef je niet jouw huis (zoals bij een hypothecaire lening), maar jouw loon.
VOORDEEL: snel en makkelijk. Bovendien krijg je het geld direct volledig, terwijl de bank bij een hypothecaire lening pas in schijven uitbetaalt na de eerste facturen.
NADEEL: dit is een stuk duurder dan een hypothecaire lening. Bovendien moet je sneller terugbetalen. Wie bijvoorbeeld 30.000 euro wil lenen, moet dat op maximum 10 jaar terugbetalen, inclusief de (hogere) rente. Niet evident.
Optie 3: een wederopname
Wie al een tijdje een hypothecaire lening aan het afbetalen is, kan een stuk van het afbetaalde bedrag opnieuw opnemen om te renoveren. Dat heet een wederopname en de spelregels lees je hier.
VOORDEEL: dit kan binnen de bestaande waarborgstructuur. Niet te veel gedoe dus. Je moet niet opnieuw langs de notaris passeren en je regelt de zaak gewoon bij de bankier of hypotheek.expert die je al kent.
NADEEL: je kan enkel terugkrijgen wat je al betaald hebt, en in de eerste jaren is dat peanuts. Een wederopname is dus vooral nuttig voor wie al lang eigenaar is.
Optie 4: een tweede hypothecair krediet
Het lijkt misschien bizar, maar soms is het gewoon beter om een apart hypothecair krediet af te sluiten voor een zware verbouwing. Je huis is dan opnieuw de waarborg, maar dan ‘in tweede rang’. Dit kan bij je eigen bank of bij een andere bank.
VOORDEEL: je kan volledig op maat werken van wat je financieel kan dragen. Jij bepaalt namelijk de timing en dat is een minder strak keurslijf dan bij een groene lening.
NADEEL: terug naar de notaris, dat betekent opnieuw betalen. Je huis moet bovendien genoeg waard zijn om er een extra hypotheek op te laten rusten. Let wel: door een energiezuinige verbouwing stijgt de waarde hoe dan ook, dus dat kan de bank al geruststellen.
Ik heb nog een vraag of twee, drie!
Weegt de rente van een consumentenkrediet op tegen de notariskost van een tweede hypotheek? Hoe zit het met de extra premies en subsidies? Zou ik alles ineens renoveren of werk ik beter in stappen? Er blijven vragen genoeg over rond de renovatielening om eerst bij een expert aan te kloppen. Ons advies is alvast gratis.