De groene lening of rentesubsidie, hoe gaat dat in zijn werk?

Om de energiescore van onze woningen te verbeteren, voorziet vadertje staat allerlei premies en subsidies. Wie bijvoorbeeld een huis koopt en energiezuinig verbouwt, kan specifiek voor de renovatie goedkoper lenen. Vroeger was dat met een renteloze lening, nu heet het een groene lening of ‘rentesubsidie’. Je moet er wel snel bij zijn, want de formule loopt af eind 2024!

Om oude huizen om te vormen tot echte energiezuinige woningen is meer nodig dan een paar rollen dakisolatie of een opgevulde spouwmuur. Vaak zal het hele gebouw moeten aangepakt worden: gevel, dak, vloer, ramen en verwarmingsinstallaties. Experts hebben berekend dat de gemiddelde renovatiekost rond de 60.000 euro ligt. Dat is ook het maximumbedrag waarvoor je de groene lening krijgt.

Hoe het werkt? Jij sluit twee kredieten af: één voor het huis en één voor de renovatie. Voor de tweede geeft de Vlaamse overheid een fikse korting op de intresten die jij aan de bank moet betalen. Het percentage van de rentesubsidie hangt af van hoe flink je renoveert. (Dat kan zelfs een hoger percent zijn dan je aan de bank moest betalen, zodat je eigenlijk winst maakt!)

Een voorbeeld. Als je van label E naar label C gaat, dan krijg je 2,5% korting op de rentevoet van de bank. Je betaalt dus wél de intresten die de bank vraagt, maar je krijgt jaarlijks geld terug alsof je leende aan een veel lagere rentevoet. Dankzij de rentesubsidie krijg je in dit geval op 20 jaar meer dan 8.000 euro terug. Een beetje ingewikkeld dat je dat toch eerst aan de bank moest betalen, maar het is niet anders. Gelukkig helpen we je bij hypotheek.winkel graag met al de administratie.

Daarnaast maken nieuwe eigenaars ook aanspraak op een labelpremie van 2.500 tot 5.000 euro. Die krijg je wanneer binnen de vijf jaar het energieprestatiecertificaat (EPC) van je huis verbetert van F, E of D (de slechte leerlingen) naar C, B, of A (de flinkste van de klas). Er is zelfs een nieuw woord voor: ‘BENOveren’.

• De rentesubsidie geldt enkel voor nieuwe eigenaars. Dat zijn dus mensen die een bestaand huis kopen of erven voor privégebruik (niet voor handelszaken).
• Je hebt een recent EPC nodig dat dateert van na 1 januari 2021. Desnoods moet je er een nieuw laten maken — reken daarvoor op een 100 à 200 euro, afhankelijk van het type woning.
• Binnen de vijf jaar moet je nieuwe nestje gerenoveerd zijn en je moet dat ook bewijzen met een nieuw EPC.
• Niet iedereen krijgt een groene lening voor de volle 60.000 euro, soms krijg je maar 45.000 of 30.000 met korting. Het hangt af van hoeveel stapjes je vooruit schuift qua energiescore en of je aan een huis of appartement werkt.
• De akte moet ten laatste verlijden op 31 december 2024. Dat betekent dat je de compromis ten laatste in september zal moeten tekenen. De kans bestaat dat de overheid met een nieuwe formule afkomt in 2025, maar dat is voorlopig nog koffiedik kijken.

Er bestaan nog veel meer premies, ook voor eigenaars van bestaande woningen. Sinds 2022 zijn die samen ondergebracht bij ‘Mijn VerbouwPremie’. De overheid doet haar best om al de energiepremies en renovatiebonussen overzichtelijk te maken, maar om eerlijk te zijn: een kat vindt er haar jongen nog altijd niet in terug. Het is zo ingewikkeld, dat er zelfs een aparte website bestaat waarvan tenminste de naam al duidelijk is: premiezoeker.be.

De groene lening is een vaste korting. Voor de overheid maakt het niet uit bij welke bank je leent en aan welk percentage. Maar voor jou wel natuurlijk. Op de renovatielening en het bijhorende woonkrediet (dat je verplicht bij dezelfde bank moet afsluiten), zitten wél grote verschillen tussen de banken. Daarom blijft het vergelijken geblazen. En dat kunnen wij als de beste, groene lening of niet.